Reizen en rust
Mea culpa! Ik beken schuld.
Mijn vorige blog schreef ik alweer twee weken geleden,
dus ik kan me voorstellen dat je hebt uitgezien naar dit schrijven. De laatste
keer dat ik schreef was ik net aangekomen in Raipur. Vanuit Basen heb ik samen
met broeder Jose (je zegt Jos) de nachtbus genomen naar deze hoofdstad van de
Indiase deelstaat Chhattisgarh. “The
road was bad, but the seats and the bus very good”, zeiden we na onze reis
tegen elkaar.
In Raipur wonen de Franciscanen net buiten de stad. Het
terrein was oorspronkelijk een christelijke ashram. Een ashram is een Indiase term
voor een plaats die wij misschien een kluizenarij zouden noemen of een stilteklooster.
Er wordt eenvoudig geleefd, dichtbij de natuur en er is veel aandacht voor
stilte en gebed. De ashram in Raipur functioneert eigenlijk niet meer als
zodanig, hoewel de ligging – de rivier aan de ene kant en de velden aan de
andere kant – wel een rustige, meditatieve plek creëert.
De gardiaan, Leos, vertelde mij dat vanuit het bisdom het
verzoek gekomen is om er een retraitecentrum van te maken, waar onder anderen de
parochiepriesters op adem kunnen komen. Leos is erg blij met die vraag en
vastbesloten om er een prachtig terrein van te maken.
Midden op het terrein staat nu een klein kerkje. Het is
te klein om er de zondagsviering te houden. De inwoners van Raipur zijn vooral
hindoes, maar er is ook een behoorlijk aantal importkatholieken vanuit met name
de omgeving van Basen. Het betreft dan voornamelijk politiemensen met hun
gezinnen. Samen met broeder Sushil ben ik ’s avonds naar de politiecampus
gegaan, waar de politiefamilies wonen, en heb er verschillende gezinnen
bezocht. De huisvesting is klein qua oppervlakte, maar goed geoutilleerd én
gratis!
Op zondag 3 december heb ik in de openlucht de mis
bijgewoond. Deze begon om 8 uur, maar ‘Indian time’. Aan dat begrip, dat betekent
dat het niet stipt is maar eerder een ruwe indicatie, ben ik inmiddels wel
gewend, maar je zit toch wel op hete kolen als je om kwart voor twaalf je
vliegtuig moet halen en 8 uur wordt veertig minuten later…
Het kerkje in Raipur |
Maar dat is allemaal goed gegaan en zo vloog ik verder
naar Mumbai, het vroegere Bombay. Dit is de grootste stad van India met een
inwoneraantal van tussen de twintig en drieëntwintig miljoen mensen. De
Franciscanen hebben er een grote school (vijfduizend leerlingen) en een kerk.
School, kerk en communiteit liggen in een complex doolhof van gebouwen. Er is
geen schoolplein, want daarvoor is geen plaats midden in de stad. Het geheel ligt
naast een groot treinstation en vlakbij de grootste sloppenwijk van Azië.
Veel van de leerlingen van de school leven daar ook. Dat
maakt dat de broeders en de leraren een flinke bijdrage leveren aan het
verbeteren van de levensstandaard van deze jongens en meisjes door het
verzorgen van zeer goed onderwijs. De directeur van de school, broeder Salvador,
38 jaar, is dan ook erg trots op zijn studenten en hij straalt dat ook naar ze
uit. Dat is een extra motiverende factor. Zoals ik al op meerdere scholen
gedaan had, kreeg ik nu ook de eer om de leerlingen tijdens de dagelijkse
Assembly toe te spreken.
Daarna ben ik met broeder Fulgence de stad gaan
bezichtigen, waarbij ik vooral de tentoonstelling over de ‘geschiedenis van
India in negen verhalen’ in het Prince-of-Wales-Museum erg interessant vond.
Skyline van Mumbai |
Vervolgens nam ik opnieuw het vliegtuig, ditmaal naar de
kleine deelstaat Goa, aan de Arabische Zee. Goa was tot 1961 een Portugese
kolonie en voegde zich toen bij de rest van India, dat in 1947 al onafhankelijk
werd. Dankzij de Portugese invloed is in Goa ongeveer een kwart van de
bevolking christen, terwijl dat in heel India maar twee of drie procent is. Op
vrijwel elk kruispunt is ofwel een kruis te vinden, ofwel een kapelletje of
hindoetempel. Het deed me daardoor denken aan ons Brabant en Limburg, met de
vele kapellen en kruizen.
In Goa hebben de broeders zich in het stadje Ponda
gevestigd, waar ze de zorg hebben over de twee kerken in de stad en zeven
kapellen in de dorpjes eromheen.
In de liturgie, met name het zingen, meende ik duidelijk
de Portugese roots te herkennen: de melodieën riepen bij mij eerder
Latijns-Amerikaanse dan Aziatische associaties op.
In Goa heb ik veel gezien, op toeristisch en op kerkelijk
gebied (en soms gaan deze hand in hand). Zo bezochten we Old Goa. Dit was
vroeger een bewoonde stad, maar bestaat nu uit een tiental pompeuze kerken (of
resten ervan) en winkeltjes. Door een epidemie is ooit de bevolking omgekomen
ofwel gevlucht en niet teruggekomen. In een van de kerken bevindt zich de tombe
van Sint Franciscus Xaverius. Van hem wordt wel gezegd dat hij na de apostel
Paulus de grootste verbreider van het christendom wereldwijd is geweest.
Maar ook ging ik met broeder Anil en broeder Benedict
naar een van de kapellen waarvoor de broeders verantwoordelijkheid dragen. Deze
grote kapel, zeg maar gerust kerk, ligt op de top van de heuvel. Anil vertelde
dat ze het terrein maar omheind hebben, omdat de jongens en meisjes vanuit de
omgeving naar deze plek kwamen ‘om samen van het uitzicht te genieten’.
Benedict en ik hebben hem er toch een beetje mee geplaagd door te vragen of het
juist niet de taak van de Kerk de onderlinge liefde te promoten in plaats van
te verhinderen.
Met broeder Anil in de kapel op de heuveltop |
En toen ging ik vanuit Goa opnieuw naar Bangalore. Dat
betekende voor mij dat het vele reizen in India over was en ik me kon gaan
richten op de afronding van mijn Indiaas kwartaaltje. Dat heb ik gedaan in een
christelijke ashram van karmelieten hier aan de rand van de stad, zeg maar
tussen metropool en jungle. Ik heb er een week in stilte doorgebracht, maar wel
met (vrijwel) dagelijks een gesprek met een van de paters. Ik vond het
bijzonder zinvol om zo nogmaals alle plekken, mensen en indrukken na te lopen,
te bemediteren en te ‘bebidden’.
Kerk in de karmelieten-ashram |
Nu ben ik weer terug bij ‘mijn’ broeders in Bangalore,
voor de allerallerlaatste dagen. Aanstaande dinsdag, 19 december, vlieg ik in
de zeer vroege ochtend weg uit Azië en hoop ik als een ‘verlicht’ en verrijkt
man Amsterdam binnen te vliegen. Vanuit Amsterdam zal ik dan mijn laatste blogbericht
schrijven. Tot dan!
Goede laatste dagen, lieve broeder! Sterkte met het afscheid en tot gauw!
BeantwoordenVerwijderenZoon Jan, we hopen je dinsdag op Schiphol te begroeten. Een goed afscheid en een goede vlucht!
VerwijderenPace e bene
Dankjewel voor je mooie blogs. Nog enkele goede dagen en een gezegende terugreis 👃
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je zin-volle, bevlogen berichtgeving. Ik ben trots op je! Dikke knuffel en tot gauw, je kleine grote zus :-*
BeantwoordenVerwijderenBeste broeder Jan, dank voor alle berichten. Je heb onze medebroeders daar leren kennen, hun leven en samenleven die ooit onze Nederlandse broeders daar begonnen zijn.
BeantwoordenVerwijderenVanuit Megen bidden wij met voor je. Voor je afscheid, reis en thuiskomen in onze Nederlandse broederschap. Dankbaar en genegen. Br. Rangel ofm