Van de wereld



Na precies één week ben ik weer terug in North-Guwahati, vlakbij de grote stad. Afgelopen week was ik juist ver van de bewoonde wereld. Donderdag 16 november werd ik door broeder Singarayar naar het dorpje Hahim gebracht met een – in mijn ogen – fraaie terreinwagen. Maar toen de laatste kilometers voor Hahim de asfaltweg plotseling ophield, werd het voor deze wagen al moeilijk. Gelukkig was afgesproken dat ik in Hahim werd overgedragen aan de zorg van broeder Stephen. Volgens de Indiase provinciaal is hij de beste chauffeur van de Indiase provincie. Hij stond op de afgesproken plek met een oude jeep te wachten. De bagage werd overgeladen en de weg vervolgd. Na ongeveer een kilometer op de hobbelige, stoffige en met scherpe kiezels verharde weg, kwam er een klein stukje asfalt, maar daarna was het weer hobbelen geblazen. Wat ik toen nog niet wist, maar nu wel, is dat dit nog steeds het comfortabele stuk van de weg was. Met een vaartje van ongeveer 15 km/uur snelden we ons richting Nongjri, midden tussen de (lage) bergen. Na ongeveer twee uur zo gereden te hebben, verliet onze wagen de doorgaande weg, en reed een geel zandpad omhoog op. Geen vlakke helling uiteraard, maar een weg met hobbels en kuilen en op vele plaatsen verhard door flinke keien. We pastten de snelheid aan en stapvoets naderden we het einddoel. De laatste 10 km kostten ruim één uur reistijd. Ik genoot echt van deze weg, omdat zo’n weg je doet beseffen dat je een gebied binnengaat dat ver van de mij bekende wereld ligt. Ik associeerde deze rit ook met ‘gehoorzaamheid’: Als je simpel toegeeft aan het hotsen en botsen in plaats van je spieren aan te spannen om te weerstaan aan de beweging van de weg, dan is deze reis een hele mooie.



In Nongjri werd ik verwelkomd door broeder Brian, die samen met Stephen in een zeer eenvoudig huisje woont. Nongjri ligt, zoals gezegd, tussen groene bergen en bestaat uit een twintigtal losse huisjes. Het is de meest afgelegen franciscaanse plek in India. Rond een centrale vlakte liggen een schooltje, een kerkje, een huis voor vier zusters met naastgelegen meisjeshuis en medische post, een gastenverblijfje en een jongenshuis. Het huis voor beide broeders ligt iets hoger, dus zij zijn de toezichthouders van het geheel. Stephen richt zich met name op de pastorale zorg in Nongjri en een vijftigtal omliggende dorpjes. Deze liggen op twee tot negen uur loopafstand van Nongjri, in de bossen. Brian assisteert hem erbij, maar heeft ook de verantwoordelijkheid voor de school.

Op één van de bankjes voor het huis van de broeders kun je met een beetje geluk een klein beetje ontvangst krijgen met je telefoon. Ook kun je iets hoger de berg op gaan, waar het netwerk behoorlijk is. Het is de belplek van het dorp. Een deel van de dag is er elekticiteit, maar je weet nooit precies welk deel van de dag en hoe lang. Gelukkig is het meestal in de avonduren. Maar een zaklamp is best handig in dit gebied (maar die van mij ligt nog in Kochi, gelukkig heeft mijn telefoon ook een zaklampfunctie). In dit deel van het jaar is het in het noordoosten vanaf vijf uur donker, tot zes uur de volgende ochtend.

Ik kreeg een van de kamers in het gastenverblijf. Anders dan het gevlochten huisje van de broeders, is het een betonnen gebouw, met drie ‘appartementen’ met elk een eigen badkamer. Wel allemaal heel eenvoudig, maar compleet. ’s Nachts koelt het af, waardoor ik in Nongjri voor het eerst in India onder een deken geslapen heb. Een laken is hier echt te weinig. Maar ’s morgens uiteraard wel een koude douche om de dag te beginnen!


Elke ochtend is er om half zeven een eucharistieviering. De jongens en meisjes van beide ‘hostels’ (schoolinternaten), de zusters en een enkele dorpeling is erbij aanwezig. Daarna een ontbijt, bereid op houtvuur zoals alle maaltijden op deze plek. Ik ben met Stephen daarna meegeweest om twee zusters op de belplek af te zetten en daarna door te rijden naar een jonge vader, die tijdens het werk in de bossen een zware boomstam op zijn hoofd gekregen had. Hij was de voorgaande avond door Stephen naar de medische post van de zusters gereden. Hij liep rond met een geïmproviseerd verband om zijn hoofd. Aan zijn manier van doen te merken zal hij vast nog wel hoofdpijn gehad hebben en wellicht een hersenschudding, maar verder maakte hij het goed. Het gezinnetje woont in een heel eenvoudig gevlochten huisje en bezit twee varkentjes en wat kippen. Stephen noemde dat hij het geweldig vindt om te midden van deze mensen te zijn. Vaak is hij een aantal dagen achter elkaar van huis. Hij loopt dan naar een van de dorpjes en brengt daar pastorale bezoeken en praat bij met de mensen. De volgende dag trekt hij verder naar het volgende dorp.

Vrijdagmiddag heb ik kennisgemaakt met de vier zusters die in Nongjri wonen. Eentje werkt er in de dispensary, de medische post. Zij heeft de medische verantwoordelijkheid voor een enorm gebied. Bij ernstige gevallen moet je minstens twee uur rijden voordat je betere medische zorg kunt krijgen. Deze zuster doet alle bevallingen in de dorpjes en is er voor de noodgevallen en een soort huisartsenzorg.
Twee zusters werken op school en de vierde in de pastorale zorg.

Zaterdag was er een huwelijk in Nongjri. In de cultuur in dit gebied wordt er zeer jong getrouwd. Sommige meisjes verlaten de school in klas VII, ze zijn dan een jaar of veertien, om te trouwen. Officieel niet toegestaan, maar het gebeurd.
Het stel dat nu trouwde was wél meerderjarig. De bruidegom arriveerde eerst met zijn stoet bij de kerk, en toen zagen we door de velden ook de bruidsstoet aankomen. De viering was eenvoudig. ’s Middags ben ik met Stephen meegeweest naar het feest. We kregen er eerst eten, als belangrijke gasten binnenshuis. Het was een huis op bamboepalen, met een flexibele (ook bamboe) vloer. Flexibel, maar bestand tegen mijn postuur.
Na onze lunch (rijst, groenten, spek, kip) vond er een soort onderhandelingsritueel plaats door de ooms van bruid en bruidegom, waarna Stephen als priester de mondelinge overeenkomst bevestigde. Bijzonder om mee te maken.


Ik had leuk contact met de jongens die in het internaat wonen. Geen internaten zoals bij ons (vroeger), maar een eenvoudig gebouw (gevlochten uiteraard), met veel openingen overal en ook een dak dat niet volledig regenbestendig is. In het gebied waarin Nongjri ligt zijn er nu examens, dus er waren geen lessen op school, maar er werd druk gestudeerd. Een aantal jongens heb ik geholpen met wiskunde en Engels. De hoogste klas, klas X, heeft pas in maart examens. Hen heb ik een les gegeven over verschillende leerstrategieën. Dit omdat de meesten proberen om zoveel mogelijk uit het hoofd te leren, maar de stof niet echt onder de knie krijgen.

Maandagavond werd mijn afscheid gevierd. De jongens zongen een lied in Khasi, de taal van hun gebied, en kwamen mij één voor één een hand geven. Op dinsdagochtend heb ik afscheid van Stephen genomen en werd ik door Brian weer naar de bewoonde wereld gevoerd. Mij beviel het wel heel erg goed in die onbewoonde…



Gelukkige kon ik twee dagen acclimatiseren bij de broeders in Salbari. Ook die plek is als missiepost begonnen, net als Nongjri, maar inmiddels zijn er meer faciliteiten: goede, stevige gebouwen, warm water, wifi. De broeders in Nongjri hebben ook een school, een internaat en een kerk. In de school heb ik in de klassen VI t/m X ‘motivational talks’ gegeven: met de scholieren gesproken over het belang van onderwijs, het belang van vrije tijd en natuurlijk ook een beetje over Nederland. Dit was erg leuk om te doen. Gistermiddag heb ik twee zustergemeenschappen bezocht, beide franciscaanse-clarissen-congregaties. Een van de conventen ligt tegenover de school. De zusters geven les op school, doen parochiewerk en hebben een meisjesinternaat.
Het andere convent heeft de verantwoordelijkheid over een internaat voor kinderen die doof(stom), mentaal of lichamelijk gehandicapt zijn. Het was heel leuk om deze enthousiaste kinderen te bezoeken. Ze waren verrukt toen er een vliegtuig over kwam vliegen, en mogelijk nog enthousiaster toen ik een foto liet zien van de Boeing 747 waarmee ik naar Bangalore gevlogen ben eind september.


Daarna nog even op de thee bij broeders van Montfort, die ook een grote school runnen. En toen vanmorgen weer naar North-Guwahati.

Reacties

  1. Wat een avontuur: echt in the middle of nowhere! Heel fijn dat wij als ouders af en toe wel een app-je ontvingen om te weten hoe het met je gaat. Voor jou zal het leven nooit meer hetzelfde zijn, nu je zoveel meemaakt en zoveel mooie maar ook schrijnende dingen ziet en ervaart. We wensen je een gezegende en goede voortzetting van je boeiende reis. Liefs van papa en mama.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dit krijgen ze nooit meer uit je hart!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Dag broeder Jan ik ben niet op die plekken geweest maar het blijft een geweldige avontuur. Het is heel bijzonder dat je de kinderen kunnen helpen door hun les te geven. De verbinding die je maakt op dat moment vind ik zeer bijzonder. Vrede en alle goeds. En we blijven voor je bidden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Carli Lindner, communiteit Kapucijnen Den Bosch27 november 2017 om 00:27

    Dag Jan, wij hier in Den Bosch lezen nu ook mee, om onze toekomstige mede-broeder al een beetje te leren kennen. Wat een prachtige reis maak je. Vriendelijke groet

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts